Gisteren in ons lokale nieuwsblad, Twentsche Courant Tubantia, een stuk over de werkdruk die wordt ervaren door leerkrachten. De voorpagina werd gevuld door deze foto, waarbij de titel mij enigszins tegenstond.
Nu ben ik werkzaam in het VO en heb weliswaar last van groter wordende klassen, maar ik heb het ‘geluk’ dat de niveaus van de leerlingen redelijk bij elkaar in de buurt liggen. Ook heb ik nog niet heel erg last van de leerlingen die met een rugzakje in de klas zitten, of beter leerlingen die met een rugzakje in de klas zouden moeten zitten, maar wiens rugzakje verdwenen is.
Natuurlijk levert dit soort stukken discussie op. De reacties zijn zoals ‘we’ al wel een beetje gewend zijn: “Mensen in het onderwijs zijn klagers terwijl ze het o zo makkelijk hebben met maar een paar uurtjes per dag les en 14 weken vrij.”
Dat dit soort reacties gebaseerd zijn op verkeerde aannames, daar begin ik al niet meer over. Dat dit soort reactie gevoed worden door de wijze waarop in de politiek gesproken wordt over ‘ons’ is ook geen item meer wat mij betreft. Wat moet je dan nog zeggen? Ik wist het niet maar iemand anders wel. Wampie Spiegelenberg (werkzaam bij de Aloysius Stichting) verwoorde het heel mooi:
” Ik denk dat een kleine uitleg hier niet overbodig is voor de niet onderwijzers onder ons. De onderwijzers zelf hebben deze uitleg niet nodig anders waren ze geen onderwijzer geworden. Lesgeven is een fantastisch vak. Je ziet elke dag (voor de meerderheid, het speciaal onderwijs waar ik werk heeft dit nog niet) ruim 25 verschillende talentjes die nog niet weten wat hun kwaliteiten zijn. Dat mag je als leerkracht eruit halen met een diversiteit aan mogelijkheden en methoden. De ene keer ben je op Omaha beach dan weer bij de gletsjers of op visite bij het mooiste visje van de zee om dit verhaal in groep 8 te gebruiken als wijze les ‘wie glimlacht naar een ander kan een glimlach terug verwachten’. Kinderen die deze informatie opzuigen als sponzen water. Heerlijk je zou ze alles wijs kunnen maken. Waarschijnlijk denk je nu nog meer: ‘en daar krijg je geld voor’. Je moet het natuurlijk wel kunnen. Dat ‘kunnen’ heeft te maken met een scala aan kwaliteiten, maar ook zeker met een stukje Passie. Passie die zo groot is dat je echt niet om 15.05 thuis bent en daadwerkelijk 14 weken vakantie hebt. Ook heb je als onderwijzer waarschijnlijk geaccepteerd dat je nooit miljonair zal worden. Dit is een keuze een keuze met Passie! Als de regering dan beslist dat ieder kind adaptief onderwijs verdient net zo als in het speciaal onderwijs is er geen leraar met Passie die daar over klaagt, maar wordt het als een uitdaging gezien. Als er op dat zelfde moment ook bezuinigd moet worden wat betekent meer werk door minder personeel dus grotere klassen met minder individuele aandacht. Dan wordt een leerkracht boos. Boos om het feit dat een leerkracht alles maar moet kunnen en alles moet accepteren omdat ze toch zoveel vakantie hebben en omdat dat erbij hoort. Gelul! Maar vooral boos omdat dit de kinderen te kort doet! En dan mag daar best een beetje aandacht voor gevraagd worden. Iedere onderwijzer denkt het, maar niemand durft het. ”
Wie er nog ernstig de behoefte aan heeft, kan het stuk lezen op http://www.tubantia.nl/regio/enschede/vak-van-leerkracht-wordt-loodzwaar-1.4133947. Check ook de standaard reacties eronder!