Mentor zijn: waar houdt het op?

Ik ben sinds 2004 actief in het VO. Na een aantal jaren gewerkt te hebben in “de ICT” koos ik, gesteund door mijn ontslag, om in het onderwijs aan de slag te gaan. Ik koos voor een opleiding aan de PABO maar startte als snel met werken op het ROC. Ik was daar docent, maar hoefde slechts de lessen te geven en had met mentorschap niets te doen.

Na één jaar stopte dit maar kwam ik al snel weer aan de slag op de VMBO locatie van mijn huidige school. Ik kreeg daar na 2 maanden te maken met een vertrekkende collega die de inhoud van zijn postvakje in mijn postvakje dumpte en mij daarmee ook mentor maakte van een examenklas Handel en Administratie. En dat was me nogal wat, want wat wordt er dan precies van je verwacht?

Nu was ik niet vers van de opleiding en dus begin 20, en kon op basis van wat levenservaring wel goed reageren op zaken die op me af kwamen. Maar nu 13 jaar later, vraag ik me nog steeds af wat er nu precies van mij verwacht wordt als mentor. Volgens de omschrijving van mijn school, is dit de taak van de mentor: “De spil van de leerlingbegeleiding is de mentor. De mentor geeft les aan de klas in zijn eigen vak. Hiernaast ziet de mentor de klas tijdens de mentorlessen. Tijdens deze les wordt aandacht besteed aan studievaardigheden en worden leerlingen begeleid bij het zelfstandig (leren) maken van keuzes. De mentor is de vertrouwenspersoon en verantwoordelijk voor het wel en wee van de leerlingen in zijn klas. Hiernaast bewaakt hij de studieresultaten. Ook is de mentor het eerste aanspreekpunt voor de ouder(s) en/of verzorger(s) en voor de aan het kind lesgevende docenten.

Dat deel van de spil, snap ik en ben ik het helemaal mee eens. Daarmee ben je in principe ook de vertrouwenspersoon voor de leerling en het aanspreekpunt voor zaken rondom de leerling. Maar hoe groot is die spil? Waar eindigt dat vertrouwenspersoon zijn? Dat zijn de vragen waar ik niet uit kom. En ook als ik om me heen kijk naar hoe collega’s dit invullen, zit daar een wereld van verschil.

Is het een probleem dat de grenzen van het mentorschap niet duidelijk zijn voor ouders en leerlingen? Nee eigenlijk niet. Dat iedere mentor op zijn eigen manier invulling geeft, of beter, dat iedere mentor zichzelf is, is onderdeel van het leven. Iedereen is zichzelf, met zijn eigen grenzen en zijn eigen invulling van dingen. En het feit dat de een de ander niet is, is ook een onderdeel van het leren. En dat is de bedoeling van het onderwijs; leren hoe dingen in elkaar zitten.

En in dat leren van die leerling, ben ik als mentor een spil, samen met de ouders. En ik hoop dat mijn mentorleerlingen daar vertrouwen in hebben. Hoe ik dat ook invul 😉

This entry was posted in Algemeen, Onderwijs and tagged . Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Jouw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *